afhangen

afhangen
{{afhangen}}{{/term}}
I 〈onovergankelijk werkwoord〉
[naar beneden hangen] hang down
[afhankelijk zijn] depend (on)
voorbeelden:
2   't zal ervan afhangen that depends
     hij danste alsof zijn leven ervan afhing he danced for dear life/as though his life depended on it
     het hangt van het weer af it depends on the weather
II 〈overgankelijk werkwoord〉
[losmaken en afnemen] take down
[met betrekking tot deuren, ramen] hang
voorbeelden:
1   gordijnen afhangen take down curtains

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.

Игры ⚽ Поможем решить контрольную работу

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”